kopke

 

start en homegids en pagina overzicht cvandijk firma'szondags
de Veugeltjes

 


De veugeltjes zijn toch wel het allerbelangrijkste deel van de van Dijks story.

 

Internationaal corresponderen en contacten leggen was een apart vak en je moest er op zijn minst de talen voor beheersen. De Leo XIII handels school was een uitstekende basis. Je kreeg de (fraters) discipline mee en leerde er de talen! Een van de kleurijkste figuren op deze school was meester Schellen. Christ ( Q.P.C. 1.1.7) Nelly (P.L.W.1.1.7.1) Qriel (Q.F.M. 1.1.7.3) en Peter (P.C.A. 1.1.7.4) hadden allemaal les van hem gehad. (Nelly de typelessen bij hem thuis, het gemengde onderwijs bestond nog niet ).

  

Knorries, Senegals, perkieten, pappegoien, Jappen, Meuwkus,........feitelijk moest je naast Frans, Duits, Engels en Nederlands ook de latijnse naam kennen en natuurlijk de Tilbugse. Dan had je ook nog de lokale inlandse namen....het was bijna niet te doen en als je zeker wilde weten dat de Twa Twa hetzelfde was als de 'shortbilled black sisken'  en de Animaica singroni....was dan ging je er naar toe om te kijken  en de eerste daar vandaan te halen of te gaan vangen. De uitgebreide bibliotheek van de firma zorgde ervoor dat je oneveer wist hoe het dier eruitzag en waar het vandaan kwam.

 

 

ZEBRA  

 

 

 

 

 

Hier links staat een afbeelding van de Shama Lijster. In 1935 bracht Christ (Q.P.C. 1.1.7) met de eerste grote buitenlandse reis van de firma een groot aantal Shama lijsters mee naar Europa waar deze vogel tot dan toe erg zeldzaam was.

Voor zijn zang geliefd en ook vooral door dierentuinen gevraagd om hun 'tropische tuinen' mee te verlevendigen.Tegenwoordig wordt de Shamalijster goed in gevangenschap gekweekt. Ook de Australische Gould amadines zorgden voor een mony-rally. Alle kleuren kregen ze. Met witte buiken, rode, blauwe zwarte enzovoorts. Wie een afwijkend kleurexemplaar kweekte zat goed gtodat de Japanners begonnen met de kweek. Die hadden er blijkbaar een goed gevoel voor en drukten de Europese kwekers uit de markt.

 

 

 

 

gg


Deens Bonte, Lutino's, Albino' en Regenboog grasparkieten waren erg in zwang. Zeldzaam en duur. De Deense Bonte deden over de 100 gulden per paar en iedereen wilde ze hebben om mee te kweken wat de prijs nog verder opdreef. Dan komt er een moment dat de binnenlandse vraag ophoudt en de export begint tot er zeer groten aantallen overal in de wereld werden gekweekt. De prijs zakt en zakt want er komen er steeds meer totdat eind jaren 50 de prijs zo rond de 10 gulden per paar bleef hangen en de animo om te kweken minder werdt. De grasparkiet was gedegradeerd tot ´pet´ bird.

Klik op de foto. Christ (Q.P.C 1.1.7) in 1940 tussen de parkieten op de derde verdieping van het magazijn aan de Bischop Aelenstraat.

Zie ook s Zondags

Christ